Opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren

Een tragische gebeurtenis met een interessante uitspraak van de Hoge Raad over de toepassing van de zogenoemde ‘opzetclausule’ in aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren (AVP).

Een vader heeft meermalen met kracht zijn baby door elkaar geschud met letsel tot gevolg. De baby is dezelfde dag opgenomen in het ziekenhuis, alwaar na onderzoek subdurale bloedingen zijn geconstateerd, passend bij een ‘shaken baby syndroom’.
In een civiele procedure heeft de moeder, als vertegenwoordiger van de baby, met succes schadevergoeding van de vader gevorderd voor de gevolgen van het letsel van de baby. Daarnaast heeft de moeder een vordering ingesteld tegen Reaal, de aansprakelijkheidsverzekeraar van de vader. De wet geeft namelijk in geval van lichamelijk letsel waarvoor een ander aansprakelijk is, aan de benadeelde recht op rechtstreekse betaling van het bedrag dat de aansprakelijkheidsverzekeraar op grond van die verzekering verschuldigd is.
Reaal heeft zich tegen deze vordering verweerd met een beroep op de standaard opzetclausule die is opgenomen in de aansprakelijkheidsverzekering van de vader. Daarin staat dat de aansprakelijkheid van een verzekerde niet gedekt is indien hij de schade heeft veroorzaakt door een opzettelijke gedraging tegen een persoon of zaak. Volgens Reaal is in dit geval sprake van zo’n opzettelijke gedraging van de vader en zal hij op grond van de opzetclausule in de verzekeringsovereenkomst geen uitkering ontvangen.

In het onderhavige geval is volgens de Hoge Raad sprake van een opzettelijke gedraging (het door elkaar schudden), die gericht was op het toebrengen van zodanig letsel. Echter, de vader leek zich niet bewust te zijn van het wederrechtelijke (onrechtmatige) karakter van zijn gedraging en dat zijn opzet aldus niet gericht was op het toebrengen van letsel. Bij de vader is namelijk een persoonlijkheidsstoornis vastgesteld hetgeen als sterk verminderd toerekeningsvatbaar is te beschouwen. De Hoge Raad heeft zich verder uitgebreid uitgelaten over de opzetclausule. Gelet op het voorgaande heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het door elkaar schudden van de baby ook al heeft de vader dat op zichzelf genomen opzettelijk gedaan en is hij daarvoor strafrechtelijk veroordeeld, gelet op de omstandigheden van het geval het gedrag niet kan worden aangemerkt als het soort gedrag waarop de opzetclausule is gericht, en dat in het licht van de maatschappelijke functie van de AVP van dader- en slachtofferbescherming, de opzetclausule in dit geval buiten toepassing dient te blijven. Reaal is dan ook gehouden om op grond van de AVP de schade als gevolg van het letsel van het kind te vergoeden. Verder is in de strafzaak van de vader volstaan met een schuldigverklaring zonder strafoplegging.

Voor een uitgebreide motivering over de opzetclausule lees de uitspraak (vanaf r.o. 3.3.1): https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2018:601

Mw. A. Bhajan