We zijn onlangs getuigen geweest van het falen van de overheid en de media waardoor burgers het ‘recht’ in eigen handen hebben genomen.
Met verbazing en onbegrip heb ik de beelden van het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters, de reactie van onze politici en de berichtgevingen in de media bekeken. Laat ik beginnen met dat ik niet begrijpen hoe sommigen zich pro-Palestina kunnen noemen (en dus tegen geweld tegen Palestijnse burgers zijn) maar vervolgens zelf geweld gebruiken tegen voetbalsupporters, gewone burgers.
Laat ik er geen misverstand over bestaan: gezien de zeer ernstige en inhumane misdaden waar Israël zich dagelijks aan schuldig maakt, ben ik (net als de merendeel van de wereld) zeker géén fan van Israël; mijn aangifte tegen Israël bij het Internationaal Strafhof mag dat wel duidelijk hebben gemaakt. Maar de door Israël gepleegde misdaden rechtvaardigen onder geen omstandigheid geweld tegen Israëlische burgers enkel omdat zij Israëliër zijn. Dat die burgers reservisten zouden zijn is niet relevant omdat zij op dat moment als burger aan de maatschappij deelnamen.
Ik neem aan dat de Amsterdamse geweldplegers onder het mom van ‘boos door de misdaden van Israël’ en het gedrag en uitlatingen van de Israëliërs in Amsterdam zich tegen de voetbalsupporters hebben gekeerd, maar dit kán simpelweg geen rechtvaardiging zijn. Ja, ook ik heb inderdaad de beelden gezien van de Israëlische voetbalsupporters die in Amsterdam Palestijnse vlagen – die het eigendom is van Nederlandse burgers – hebben vernield en verbrand en tezamen ‘Fuck you, fuck you, fuck you Palestine’ chantten alsook “there are nog schools in Gaza because there are nog childeren left”. Dit gedrag en mentaliteit is mijns inziens uiterst verwerpelijk en zelfs ziek. Maar ook dit kan geen rechtvaardiging zijn voor gebruik van geweld. Het gedrag door de Israëliërs is bovendien typerend voor het buitenlandsbeleid van Israël: uitdagend en beledigend tegen anderen, maar zelf niets willen tolereren en de rol van het slachtoffer aannemen. Hoe dan ook, de overheid én de media hebben in dit geval gefaald. Ik kom hier later op terug.
Het gebruik van geweld tegen Israëliërs heeft bovendien een keerzijde. De geweldplegers wilden, neem ik aan, uit sympathie voor Palestijnen de Israëliërs ‘te grazen nemen’, maar hebben niet ingezien dat dit gedrag de sympathie voor de Palestijnen (in de media) juist kan verminderen. Het (enige) argument van Israël voor de door haar gepleegde gruwlijkdaden is immers “bestrijding van geweld tegen haar burgers”. De Amsterdamse geweldplegers hebben denk ik niet ingezien dat zij ‘het probleem’ op deze wijze alleen maar verergeren en Israël meer ‘munitie’ geven. Het is wel van belang om met zijn allen vast te stellen dat de geweldplegers niet op basis van antisemitisme hebben gehandeld, ongeacht de andersluidende stelling van de politici en de media. Geweld is niet tegen joden gebruikt, maar tegen anti-Palestijnse personen die zich provocerend en beledigend hebben uitgelaten en opgesteld. Welk geloof zij aanhingen is noch ter sprake geweest, noch anderszins relevant. Ieder ander persoon, ongeacht zijn/haar nationaliteit en/of geloof, die zich zoals de Israëliërs zou hebben gedragen zou met dezelfde (geweld)reactie te maken hebben gekregen. De Amsterdammers hebben gereageerd tegen personen die publiekelijk van de leed door de Palestijnen aan het genieten waren.
Het is volkomen begrijpelijk dat men boos en verdrietig is door de vele kinderen, vrouw en mannen, die dagelijks door Israël zonder gerechtvaardigde reden afgemaakt worden. Maar juist in moeilijke tijden is het van belang om juiste beslissingen te nemen. Door de emoties ‘het’ even te verliezen kan iedereen wel overkomen, maar het is juist de kunst om onder druk en in moeilijke tijden de juiste keuzes te maken en zich niet te laten leiden door emoties. En dit brengt mij tot het falen van de overheid en de media in dit opzichte.
Immers, de gerechtvaardigde gevoelens van de Amsterdammers zijn noch door de overheid noch door de media erkend en/of gerespecteerd, althans zij hebben geen aandacht hieraan willen besteden. Als de politie op tijd in actie zou zijn gekomen en de betrokken Israëliërs wegens vernieling en/of haatzaaien had gearresteerd of als de politie de haatzaaiende Israëliërs zou hebben aangemaand om weg te gaan uit dat groep, dan zouden de Amsterdammers zondermeer gezien hebben dat ook hun gevoelens en gedachtes door de Staat beschermd worden. Hierdoor zouden zij niet het ‘nodig’ hebben gevonden om zelf in actie te komen. Het uitblijven van steun aan dé Amsterdammers tegen de acties van en uitlatingen door de Israëliërs heeft mijns inziens tot gewelduitbarsting tegen de Israëliërs geleid. Maar ook de media is daarin laakbaar en dus verwijtbaar geweest. Had de media de gevoelens van de Amsterdammers en de nalatigheid door de politie wél (voldoende) benoemt, dan hadden de Amsterdammers zich door de media gesteund gevoeld, met als gevolg dat ook de politici zich daarin hadden moeten mengen. Hoe dan ook, het had niet toe gewelduitbarsting hoeven en mogen komen.
Het is van belang om in te zien dat de Staat Israël de gruwelijke misdrijven pleegt en niet haar burgers. En zelfs als de Israëlische burgers ondanks de misdaden achter hun regering staan en zelfs als zij van die misdaden en/of het leed door de Palestijnen genieten (hoe ziek dat ook dan zou zijn), dan is dát hun recht en dient dat gerespecteerd te worden; Net zo goed dat Israël en de rest van de wereld steun aan Palestina en aan de Palestijnen dient te respecteren en niet dient te criminaliseren en afschilderen als antisemitisme. En dit laatste vormt een probleem in het Westen: politici en de media kleuren een verhaal zoals dat hen het beste uitkomt. Om Malcolm X te citeren “They have the power to make the innocent guilty and to make the guilty innocent, and that’s power. Because they control the minds of the masses.” Helaas is dit nu ook het geval.
Toen de Amsterdamse taxichauffeur aangevallen werd vond de media het niet belangrijk genoeg om veel aandacht aan te besteden. Toen de Israëliërs met blijdschap in het bijzijn van de politie zongen dat alle Palestijnse kinderen dood zijn, vond de media dat evenmin nieuwswaardig (genoeg). En zelfs toen de Israëliërs eigendomen van onze mede-Nederlander (lees: de vlaggen) vernielden, vond de media het niet nodig om te vragen hoe Israëliërs het in hun hoofd halen om dit respectloos gedrag in ons land te vertonen. Geen een politici is dan gevraagd wat hij/zij daarvan vind, noch is er gevraagd of tegen dat gedrag gehandeld zal worden. Maar zodra de situatie omgekeerd wordt, en de Israëliërs de benadeelde partij worden, dan vond de media (en de overheid) alle tijd en aandacht voor het incident waardoor dus onze politici niet meer stil konden blijven. Ik denk dat wij hierdoor – maar ook als wij objectief naar de berichtgeving in de media zouden kijken – zondermeer kunnen vaststellen dat we in Nederland wel een vrije pers hebben, maar niet een niet-onbevangen en onpartijdige pers hebben; de vrije media die partijdig is! Kunnen we dan daardoor dus concluderen dat de media vrij, partijdig is? Hoe dan ook, helaas zet onze media andere belangen voorop en niet de belangen van ons Nederlanders. Hoe Israëliërs zich in Nederland tegen Nederlanders hebben uitgelaten en gedragen is kennelijk minder relevant dan wat hen door hun eigen keuzes is overkomen.
Het zijn in ieder geval altijd de gewone burgers die te lijden hebben van de keuzes van de machthebbers zoals de regering en de media en het incident in Amsterdam is bij uitstek een goed voorbeeld daarvan. Dit geldt zowel voor de Israëliërs als voor de Nederlandse. De Israëliërs worden ‘verantwoordelijk gehouden’ voor de beslissingen van hun regering, terwijl de Amsterdammers zich “genoodzaakt” voelden om zelf in actie te komen omdat zij zich door hun regering en media in de steek gelaten voelden. Had Nederland de gruwelijke misdrijven van Israël (hard) veroordeeld; had Nederland als het centrum van het Internationaal recht, zich op het stand gesteld dat Israël per direct het Internationaal recht dient na te komen; had Nederland tegen de herhaaldelijke en grove schending van het internationaal humanitair en oorlogsrecht opgetreden; had Nederland haar feitelijke steun aan Israël gestaakt (politiek steun had nog wel verleend kunnen worden), dan hadden de Amsterdamse geweldplegers denk ik zich niet zo gefrustreerd gevoeld en hadden zij zich niet naar het niveau van geld gebracht. Misschien dat het tijd is dat het westen en dus ook Nederland inziet dat wij weliswaar in democratische rechtsstaten leven, maar dat zij de rest van de (anders denkende) wereld(burgers) niet op een rechtsstatelijke (lees: rechtvaardige) wijze behandelen. De Wet is kennelijk enkel relevant als men de rechten van de (andersdenkende)burgers op basis daarvan wilt beperken, maar niet (meer) relevant als dezelfde Wet die zelfde burgers meer vrijheden en bescherming zou bieden. Want dan zorgt de media ervoor dat de ‘onschuldigen’ alsnog ‘schuldig’ lijken waardoor hun wettelijke rechten en vrijheden alsnog feitelijk ingeperkt worden.
Suiker en zout lijken weliswaar op elkaar maar verschillen nogal van elkaar en dit geldt ook voor de vrije en onpartijdige media die over feiten publiceert en anderzijds vrij, partijdige, media die feiten inkleurt. Ik sluit af met de herhaling dat het geweld door de Amsterdammers, ongeacht tegen wie het is gepleegd, onacceptabel is, en de conclusie dat als de media het incident eerder gesignaleerd had, het wellicht voorkomen had kunnen worden omdat de overheid dan ook eerder in actie zou zijn gekomen.
mr. M. Taheri
Foto: ANP
Recent Comments